Knop

Dierenhinder

Op deze pagina kan je de brochure ‘Pest dat dier mij’ raadplegen waarin oplossingen worden aangereikt die voorkomen dat wilde dieren in de buurt van uw woning schade veroorzaken of dat je hen als lastposten gaat beschouwen. Verder wordt er ook informatie gegeven over rattenbestrijding, het meldpunt voor everzwijnen en de aanpak van meeuwen?

Rattenbestrijding

Bruine ratten (rioolratten) zijn knaagdieren. Ze komen van oorsprong uit Oost-Azië en zijn in de 18de eeuw voor het eerst waargenomen in West-Europa. Via handelsroutes en scheepvaart zijn ze over heel de wereld verspreid.

Het zijn alleseters die vooral granen verkiezen, maar ze  eten ook etensresten en afval.

Ze kunnen aanzienlijke schade veroorzaken zoals vraat aan (landbouw)gewassen, vervuiling van voedselvoorraden, knaagschade aan bv. elektriciteitskabels, overbrengen van ziekten, roven van eieren, …

De wetgeving verplicht de verantwoordelijke de bruine rat te bestrijden op eigen terrein.

Het is dus aangewezen als je ze opmerkt om ze zo snel mogelijk te bestrijden, want de bruine rat plant zich het hele jaar door voort!

Hoe en waar vind je deze ratten? 

De bruine rat zit graag op vochtige, niet te warme beschutte plaatsen. Ze huizen graag onder afvalhopen, oevers van grachten, oevers van sloten en dijken, riolen, houtopslagplaatsen, kelders, stallen,…

Vooral plaatsen waar er in de buurt voldoende voedsel, beschutting en water aanwezig is. Ze zijn vooral actief in de schemerperiode: na zonsondergang en voor zonsopgang.

De bruine rat eet zowel plantaardig als dierlijk voedsel. Hun voedsel passen ze aan volgens het aanbod van hun leefomgeving. De bruine rat is intelligent en zeer schuw.

Voorkomen is beter dan genezen!

Zorg dat de ratten hun basisbehoeften, zijnde voedsel, beschutting en water niet kunnen vinden.

  • Zorg voor een opgeruimde en propere omgeving in en rond je woning (ook in de schuur, tuin, en plaatsen waar het afval staat). Laat materiaal niet langdurig liggen want dit biedt beschutting om een nest te maken.

  • Bewaar afval in bakken die goed afgesloten kunnen worden en laat geen etensresten rondslingeren. Gooi geen gekookte etenswaren op de composthoop.

  • Zorg dat al het voedsel veilig weggeborgen zit in afgesloten dozen.

  • Voeder huisdieren (kippen) ’s morgens en niet teveel zodat het meeste voedsel ’s avonds op is.

  • Snoei struiken, vooral aan de onderkant.

  • Katten en heel wat honden (Fox Terriër) jagen graag op ratten. Woon je in landelijk gebied, dan kan je ook nestkastjes ophangen voor roofvogels zoals torenvalken en uilen. Deze vogels zijn de natuurlijke vijanden van ratten en houden de rattenpopulatie mee onder controle.

  • Dicht openingen, spleten en gaten van gebouwen.

Hoewel preventie altijd de beste bestrijding is, is het soms onvermijdelijk dat men moet overgaan tot bestrijding van deze ongewenste diertjes, hetzij mechanisch of chemisch.

In veel gevallen kan een mechanische bestrijding met vallen of vangkooitjes voldoende zijn om het probleem op te lossen. Mechanische bestrijding is zeker aan te raden bij kleine concentraties ratten, maar ook als een signaal van mogelijke populatie op (landbouw)bedrijven.

Enkele tips:

  • Gebruik aantrekkelijk lokaas (bijvoorbeeld chocolade, maïs, tarwe)

  • Plaats het vangmateriaal op plaatsen waar de aanwezigheid van ratten zichtbaar is (uitwerpselen, andere sporen)

  • Plaats klemmen op een vluchtpad zoals leidingen, buizen, scheidingsmuurtjes,  en zorg ervoor dat de rat geen alternatief heeft.

  • Kijk het vangmateriaal dagelijks na.

  • Probeer zoveel mogelijk ongewenste nevenvangsten te voorkomen.

  • Verplaats het vangmateriaal, of neem het een periode weg als je merkt dat de ratten je tactiek door hebben.

Bij te grote populaties bruine ratten zal mechanische bestrijding niet volstaan en dient chemische bestrijding ingeschakeld te worden.

In België zijn dit bestrijdingsmiddelen op basis van anticoagulantia of bloedverdunners. Deze kunt u in de handel verkrijgen.

Volg de richtlijnen van d e gebruiksaanwijzing en lees de veiligheidsvoorschriften op de verpakking.

Gif op basis van anticoagulantia is traag werkend, daardoor leggen ratten het verband niet tussen de ongemakken van de vergiftigingsverschijnselen en de opname van het giflokaas.

Nog enkele tips:

  • Plaats deze steeds op (loop)sporen van de rat en zo dicht mogelijk of in de haarden;

  • leg deze steeds onbereikbaar voor kinderen of andere dieren uit vb. in rattenbakken, in de haarden, …;

  • bied steeds voldoende lokaas aan

    •  te veel: kans op schimmelen – niet meer aantrekkelijk

    • te weinig: giftige lokaas niet efficiënt

En volg de bestrijding goed op, controleer of het lokaas wordt opgenomen en zorg dat er continu lokaas in de gifbuis aanwezig is.

Blijf doorgaan met het aanbieden van het lokaas tot er geen opname meer is.

  • De gemeente biedt geen rattenvergif aan.

Als particulier bent u zelf verantwoordelijk om op eigen terrein de bruine rat te bestrijden. U kunt wel steeds advies inwinnen bij de rattenvanger of beroep doen op een professionele firma inzake ongediertebestrijding.

Licht de gemeente in als u ratten opmerkt in een waterloop of op openbaar domein  De gemeente heeft een rattenvanger in dienst die ratten op het openbaar domein ter plaatse gaat bestrijden.

Meldpunt everzwijnen

De provincie West-Vlaanderen heeft in overleg met de gemeente een centraal meldpunt opgericht om everzwijnen, of de schade aangericht door deze dieren, te melden. Dit meldpunt kwam er doordat verschillende gemeenten in de provincie, waaronder ook Zedelgem, te lijden hadden onder de overpopulatie van everzwijnen.

De voorbije maanden werd door de dieren al heel wat schade aangericht op landbouwpercelen en natuurdomeinen. De populatie is fors toegenomen en door het gebrek aan voedsel in de bossen gaan de dieren elders op zoek. Bovendien kunnen ze een gevaar betekenen voor de gezondheid van de varkensstapel en voor de verkeersveiligheid.

Indien je everzwijnen waarneemt of schade aangericht door deze dieren kun je dit melden op everzwijnen@west-vlaanderen.be. Belangrijk is om de juiste locatie te vermelden, de schade evenals (indien mogelijk) de jachtrechthouder. Met behulp van deze meldingen kunnen gespecialiseerde jagers actie ondernemen om de overpopulatie te doen afnemen. Er wordt uitdrukkelijk verzocht wel melding te maken maar in geen geval zelf actie te ondernemen.

Indien je als landbouwer op bepaalde percelen meer dan 20% schade hebt ondervonden aan je gewassen door everzwijnen, kun je een beroep doen op de schattingscommissie.

Overlast door meeuwen

Situering van het probleem

Reeds enkele jaren hebben we in Zedelgem te maken met grote overlast van meeuwen in de aanpalende wijken van de industrieterreinen De Arend en De Schatting. De klachten hebben te maken met geluidsoverlast en de uitwerpselen van meeuwen.

Het betreft een aantal broedkolonies van grote meeuwen, nl. de zilvermeeuw en de kleine mantelmeeuw. Beide soorten zijn beschermd door het Soortenbesluit. Dit betekent dat volwassen vogels niet gevangen of verdelgd mogen worden en hun nesten (al dan niet in aanbouw), eieren en jongen niet mogen verstoord worden, tenzij hiervoor een afwijking wordt aangevraagd (zie verder). Meeuwen die een broedplek zoeken, zullen zich bij voorkeur aansluiten bij een bestaande broedkern.

Welke acties worden ondernomen?

De voorbije jaren werd er door verschillende bedrijven heel wat actie ondernomen, waardoor het aangroeien van de kolonies beperkt kon worden. Deze inspanningen worden jaarlijks herhaald. Het verstoren van de kolonies brengt echter met zich mee dat de meeuwen een andere broedplaats zullen opzoeken in de buurt. Daarom is de gemeentelijke milieudienst aanspreekpunt en coördinerende dienst met betrekking tot de meeuwenoverlast. De gemeente vraagt jaarlijks een afwijking aan op het soortenbesluit, waardoor (beperkte) bestrijding van de meeuwen mogelijk is.  Met deze goedgekeurde vergunning kunnen broedlocaties van meeuwen verstoord worden door het betreden van daken het wegnemen van nestmateriaal, eieren geschud of geprikt worden (zodat geen jongen geboren worden), het verwijderen van nesten zonder eieren of in extreme gevallen (bij agressief gedrag naar werknemers of buurtbewoners) kunnen jonge meeuwen vervoerd worden naar het VOC (vogelopvangcentrum).

Niet voederen

Naar aanleiding van deze overlast, werd er in het algemeen politiereglement opgenomen dat meeuwen niet mogen gevoederd worden! De beschikbaarheid van voedsel zorgt voor een grote aantrekkingskracht voor meeuwen (maar ook voor andere vogels zoals duiven, kraaien, enz). Het probleem met het voederen van wilde vogels is dat vogels voedsel weten te waarderen en het dan niet bij één bezoekje zullen laten. Bovendien kunnen meeuwen zich na enige tijd nogal agressief gaan gedragen. Daarnaast wensen we de bevolking er ook attent op te maken dat er moet op gelet worden dat het voeder van pluimvee niet genuttigd wordt door wilde vogels.

De meeuw behoort ondertussen tot het beeld van Zedelgem, dit zal niet meer veranderen en daar zullen we als inwoners dus rekening moeten mee houden Wel willen de overlast die meeuwen bezorgen, verminderen tot een aanvaardbaar niveau. Meer info over deze problematiek is te vinden op www.meeuwenindestad.be.

Melden van de aanwezigheid van bruine ratten op openbaar domein