U hebt recht op een leefloon als uw inkomen onvoldoende is en als u niet in staat bent die toestand te veranderen. Als uw inkomen lager is dan het leefloon, kunt u vragen om het verschil bij te passen zodat uw inkomen op dezelfde hoogte komt als het leefloon.
identiteitskaart
bewijzen van uw bestaansmiddelen, waaronder:
bewijzen van actuele inkomsten van alle gezinsleden
overzicht van uw spaargelden en van de mensen waarmee u samenwoont.
Bedrag
Het bedrag waarop u recht hebt, wordt bepaald op basis van uw familiale toestand. Er bestaan drie categorieën.
Categorie 1: Samenwonende Wanneer u met iemand samenwoont met wie u de uitgaven voor het huishouden (huur, energie, enz.) deelt, wordt u beschouwd als samenwonende. Dat moet niet noodzakelijk met uw partner zijn.
Categorie 2: Alleenstaande Wanneer u alleen woont, wordt u beschouwd als een alleenstaande.
Categorie 3: Samenwonende met gezinslast Wanneer u minstens één minderjarig, ongehuwd kind ten laste hebt, wordt u beschouwd als samenwonende met gezinslast. Als u in dit geval samenwoont met een partner, geldt dit bedrag voor jullie beiden samen.
Categorie 1: Samenwonende825,61 euro per maandCategorie 2: Alleenstaande1.238,41 euro per maandCategorie 3: Samenwonende met gezinslast1.673,65 euro per maand
U vraagt het leefloon aan bij de sociale dienst van het OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn) van uw gemeente. Hiervoor moet u alle nodige informatie geven: identiteit, het bedrag van uw inkomsten en van die van de mensen waarmee u samenwoont, samenstelling van het gezin, bezittingen ...
Na onderzoek krijgt u het leefloon van het OCMW al dan niet toegekend.
Om recht te hebben op het leefloon moet u aan volgende voorwaarden voldoen:
uw werkelijke verblijfplaats is in België
u hebt de Belgische nationaliteit, of u bent een
burger van de Europese Unie of familielid van een burger van de Europese Unie, met een verblijfsrecht van meer dan drie maanden
vreemdeling ingeschreven in het bevolkingsregister
staatloze
erkende vluchteling
persoon met statuut van subsidiaire bescherming.
u bent meerderjarig (= 18 jaar of ouder) of u bent door huwelijk meerderjarig verklaard, u hebt kind(eren) ten laste of u bent in verwachting
u beschikt niet over voldoende inkomsten, u kunt er geen aanspraak op maken en u bent niet in staat ze te verwerven door persoonlijke inspanningen of andere middelen
u bent bereid om te werken, tenzij dat niet kan om redenen van gezondheid of billijkheid
u hebt eerst uw recht op andere mogelijke sociale uitkeringen gebruikt. Voorbeelden: uw recht op werkloosheidsuitkering, pensioen, studietoelage ... U moet het leefloon beschouwen als een laatste toevlucht.
Wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.