Bij een verdacht of gewelddadig overlijden neemt u volgende extra documenten mee:
proces-verbaal van een officier van de politie
toelating tot begraven of crematie van de procureur des Konings.
Een overlijden moet zo snel mogelijk aangegeven worden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden.
De vaststelling van het overlijden zelf gebeurt door een arts. Hij of zij stelt een overlijdensattest op.
Sterft iemand thuis, dan verwittigt u de huisarts of dokter met wachtdienst.
Overlijdt iemand in een ziekenhuis of een andere zorgvoorziening, dan zorgt de verantwoordelijke daar voor een overlijdensattest.
Bij een dodelijk ongeval stelt de politie in het bijzijn van een arts een proces-verbaal op.
Vervolgens moet het overlijden zo snel mogelijk aangegeven worden (de overlijdensaangifte zelf) bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente waar de persoon is overleden.
Meestal zorgt de begrafenisondernemer voor de overlijdensaangifte en alle administratieve formaliteiten. Maar u kunt dit ook zelf doen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand maakt een akte van overlijden op. Dit is het officiële bewijsstuk van het overlijden.
Denk eraan om de volgende personen of instellingen ook op de hoogte te brengen van het overlijden: